…is mijn absolute tegenpool.
Hij zoekt op en poneert dan een stelling.
Ik stel en ga ervan uit dat wat ik zeg juist is. Omdat het juist voelt.
Hij geeft context mee, legt uit, licht toe, geeft referenties aan en verduidelijkt.
Ik geef de essentie en ga ervan uit dat je daar verder je plan mee trekt.
Hij is telkens diegene die de laatste tas koffie neemt en dan nieuwe moet zetten.
Ik neem telkens nét niet het laatste uit de koffiekan.
Hij vergeet, plant dingen dubbel in en overboekt zichzelf meermaals per dag.
Ik plan mijn planning…en wijs Ward op de zijne.
Hij neemt alles vriendelijk en hulpvaardig aan.
Ik heb hem al een rotte banaan en meermaals mijn handtas in z’n handen gestopt.
Hij zoekt onmiddellijk op wat je hem vraagt.
Ik noteer je vraag op mijn to do lijstje.
Hij luistert, denkt na, en antwoordt.
Ik antwoord en denk dan na.
Mijn buurman Ward en ik. Het werkt.
Ik kan me geen fijnere buurman wensen.